Wie bepaalt jouw voedingspatroon? Dieetgoeroes, voedingswetenschappers of jijzelf?

3 september, 2014

 

Het kan je niet ontgaan zijn: er is een gezondheidsrevolutie gaande. De kookboeken die gericht zijn op gezondheid zijn niet aan te slepen. Met de Voedselzandloper op kop lijkt heel Nederland wel in de ban van gezond eten. Steeds vaker blijkt dat  een gezond voedingspatroon heel wat oplevert. Je krijgt niet alleen een betere gezondheid  – nu of in de toekomst, maar je blijft er ook nog eens jong en slank bij. We leggen onze gezondheid niet meer alleen in handen van artsen en wetenschappers, maar nemen steeds meer zelf de regie in handen. Een goede ontwikkeling, want voor een groot deel zijn we zelf verantwoordelijk voor onze gezondheid. Of toch niet?

 

Maandag 1 september besteedde het programma Radar aandacht aan het onderwerp dieetboeken. Op tafel lag een grote stapel boeken, van de Voedselzandloper en Broodbuik tot een boek van Amber Alberda en mijn eigen boek Zonder suiker. De voedingswetenschappers Martijn Katan en Jaap Seidell waren het volledig met elkaar eens: afslankdiëten geschreven door dieetgoeroes doen allemaal iets anders in de ban en dat zorgt maar voor een kortdurende oplossing. Mee eens! Tenminste … met dat kortdurende van die afslankdiëten. Ook ik vind het en masse uitsluiten van allerlei voedingsmiddelen zonder gegronde reden geen goed idee. Omdat mijn boek niet primair gericht is op mensen die willen afvallen, was ik dan ook verbaasd dat het op de stapel lag. En dat ik een dieetgoeroe zou zijn, is te veel eer en om eerlijk te zijn: die rol ambieer ik ook helemaal niet. Hoewel Zonder suiker vooral gaat over het effect van suiker op de gezondheid staan er in mijn boek ook aanvullende voedingsadviezen. Veel mensen hebben door het opvolgen van de adviezen in mijn boeken (en ook in andere boeken) hun gezondheid duidelijk vooruit zien gaan. Wat de meeste van de in de uitzending genoemde boeken gemeen hebben is dat ze voeding adviseren die vers, puur en onbewerkt is. Een hele verbetering ten opzichte van het tijdperk waarin fabriekseten met veel suiker, zout en vet de norm was. Jammer dat de heren aan dit positieve effect geen enkele aandacht besteedden.

 

Interessant is hoe die vermeende dieetgoeroes er eigenlijk bij komen om te adviseren (snelle) koolhydraten te mijden. Daarvoor moeten we terug in de tijd. Dertig jaar lang hebben voedingswetenschappers ons voorgehouden dat verzadigd vet het risico op hart- en vaatziekten zou verhogen. Om die reden werd vet in de ban gedaan. Om de smaak (en verkoop) van producten te waarborgen werd vet door de voedingsindustrie op grote schaal vervangen door koolhydraten. Hierdoor is de hoeveelheid koolhydraten in ons eten de laatste jaren sterk toegenomen. Die vetarme jaren moeten dan toch wel wat hebben opgeleverd zou je denken? Helaas is dat niet zo. Inmiddels is namelijk gebleken dat dit beleid niet voor een daling van het aantal mensen met hart- en vaatziekten heeft gezorgd. Wat het wel heeft opgeleverd is een forse toename van het aantal mensen met overgewicht en suikerziekte. We zitten dus eigenlijk met de gebakken peren omdat wetenschappers het toen niet bij het rechte eind hadden. Het alleenrecht op missers is dus niet voorbehouden aan ‘dieetgoeroes’.

Gelukkig zijn er inmiddels ook wetenschappers die de rol van geraffineerde koolhydraten aan de kaak durven stellen. Zo zegt hoogleraar Frits Muskiet in het boek Oergezond met oerdis: ‘Juist voor de negatieve effecten van geraffineerde koolhydraten is veel bewijs. Waarom wordt er niet aanbevolen om onze suikerconsumptie sterk aan banden te leggen?’ Dat is precies wat veel van bovengenoemde auteurs doen: het aan de kaak stellen van overmatige suiker- en koolhydraatconsumptie. En dat is winst zou je kunnen zeggen (ook voor de zorgverzekeraars), want het helpt niet alleen overgewicht bestrijden, maar ook suikerziekte en tal van andere aandoeningen.

 

Het doen van wetenschappelijk onderzoek naar het effect van voeding op onze gezondheid zie ik als belangrijk werk, maar onfeilbaar is het niet. Kennis over voeding is niet statisch, maar aan verandering onderhevig. Onderzoek moet op grote schaal plaatsvinden, maar kan ook op individueel niveau gebeuren. Voedingswijsheden werden duizenden jaren lang van (groot)ouder op kind overgedragen. Die wijsheden zijn we helaas voor een groot deel kwijtgeraakt, maar er is meer dan ooit interesse om zelf weer over kennis en informatie te beschikken. Daarbij gaat het al lang niet meer louter om afvallen. Steeds meer mensen zijn ervan doordrongen dat goede voeding essentieel is om gezond te zijn en te blijven. Niet eerder waren er dan ook zoveel mensen bereid hun voedingspatroon aan te passen. Dat moet toch ook voor voedingswetenschappers goed nieuws zijn?

 

Tot slot: wees kritisch, sluit niet op voorhand allerlei voedingsmiddelen uit, maar kies de voeding die bij jouw lijf en leefstijl past. De informatie over voeding is niet altijd eenduidig en ook wetenschappers spreken elkaar vaak tegen. Met een blind vertouwen in welke goeroe of wetenschapper dan ook, zul je jezelf meestal geen dienst bewijzen. Bedenk dat niet alles wat wetenschappelijk ‘bewezen’ is waar blijkt te zijn, maar geloof ook niet alles wat ‘dieetgoeroes’ beweren. En je zou het bijna vergeten, maar blijf vooral genieten van al dat lekkers op je bord.

 

Anne Marie